Vertalingen omhoog gaan NL>FR
omhoog gaan (ww.) | escalader (ww.) ; faire l'ascension (ww.) ; gravir (ww.) ; grimper (ww.) ; monter (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `omhoog gaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: klimmenNL: omhoogklimmenNL: omhoogstijgenNL: stijgen